In de aansturing, bijsturing en advisering van mensen is het nodig om een kadering aan te brengen in gesprekken. Vaak wordt dit kader kort benoemd, maar vaak is het als vooronderstelling in de taal van de voorzitter/procesbegeleider verpakt. Dit kan effectief zijn omdat je hiermee weerstand omzeilt. In het eerste deel van dit artikel zal ik je uitleggen wat vooronderstellingen zijn. Daarna ga ik in op embedded commands en de toepassing in de praktijk.

Vooronderstelling

Een vooronderstelling is het denkbeeld dat men vooraf aanneemt als grondslag van een redenering. Dit kan van alles zijn. Bijvoorbeeld:

1. Je gaat nu naar boven om je boeken op te ruimen
2. De workshop gaat door, wordt over drie weken gehouden en gaat over talenten.
3. Je haalt iedere dag koffie voor mij en de collega’s

Om te zorgen dat jouw gesprekspartner ook van dit uitgangspunt uitgaat, kan je in de bovenstaande gevallen het volgende doen:

1. Je pakt de boeken op, loopt naar de scholier, geeft de boeken en begeleidt hem schouder aan schouder mee naar de trap.
2. Als voorzitter van de vergadering zet je op de agenda dat je samen wilt bepalen hoe we de workshop over talent over drie weken gaan inrichten.
3. Je geeft de bekerhouder demonstratief aan je collega en zegt: het is tien uur.

Toch zou het mooi zijn als je niet eens hoeft op te staan en alles met taal kan regelen. Daarvoor zijn de embedded commands uitgevonden.

Embedded Command

In het Engels noemt men het verpakken van een opdracht ook wel een ‘embedded command’. Het zijn suggesties die verborgen zijn in een zin. Ze blijven als het ware onder de bewuste radar van je gesprekspartner. Een embedded command bestaat uit drie inhoudelijke delen: De opdracht (vooronderstelling); de afleider (verzachter) en een tijdsmarkering. Deze delen voegen we samen in één zin, waardoor de opdracht uitnodigend overkomt.

Laten we de vooronderstellingen van boven als voorbeeld nemen. De redenering waarin je de vooronderstelling verpakt kan dan klinken als:

1. Op het moment dat het journaal is afgelopen (tijd) en je naar boven gaat om je boeken op te ruimen (opdracht), kan je dan die gele powerbank meenemen (afleider)?
2. Op welke manier (afleider) kunnen we de workshop van over drie weken (tijd) over talenten (opdracht) het beste vormgeven en wie nodigen we uit (afleider)?
3. Als je straks, net als iedere dag rond tien uur (tijd), weer koffie haalt voor ons (opdracht), kan je dan kijken hoe laat Martin zijn verjaardagstaart aansnijdt (afleider)?

Meer voorbeelden:

• Heeft er iemand nog een korte aanvulling voordat we doorgaan naar het volgende agendapunt? (Boodschap: we hebben hier lang genoeg over gepraat; ik wil door naar het volgende punt).
• Is er misschien nog een vraag die je me nu zou kunnen stellen om volledig het gevoel te hebben dat je vandaag alles hebt bereikt wat je je had voorgenomen? (Boodschap: je hebt nu al bijna alles bereikt wat je je had voorgenomen).
• Zodra je doorhebt dat dit een effectieve techniek is en het formulier invult op dit blad, dan stuur ik je een korte trainingsvideo die je leert hoe je dit nog beter onder de knie krijgt. (Boodschap: dit is een effectieve techniek en je wil meer weten).

Oefening:

1. Bepaal wat je wilt overbrengen. Dat is dus het ‘command’ gedeelte;
2. Bedenk welke verpakking je gaat gebruiken;
3. Bedenk hoe de hele zin gaat klinken als je er ook nog een tijdsaanduiding bij doet.