In de onderstaande situatie wordt een verandering doorgevoerd waarbij van medewerkers een ander gedrag wordt gevraagd:
- Aan het begin van de 21ste eeuw worden mensen in de bijstand begeleid vanuit de Gemeentelijke Sociale Dienst. De Algemene bijstandswet regelt dat mensen zonder inkomen toch gesteund worden en niet in armoede vervallen. De ‘bijstandstrekkers’ (zoals ze toen genoemd werden) worden vanuit de Gemeente begeleid door mensen met een grote kwaliteit voor de hulp aan zorgbehoevenden. Ze zijn erg begaan met de onderkant van de samenleving. Maar geleidelijk begint er een andere wind in Nederland te waaien waarbij mensen zich afvragen of bijstandstrekkers toch vaak zwarte inkomsten hebben. Er is misschien wel veel fraude in het spel! De medewerkers van de Sociale Diensten krijgen de opdracht om steeds meer controles uit te voeren. Om te kijken of mensen niet toevallig samenwonen of drie Mercedessen voor de deur hebben staan. De medewerkers krijgen training in het – op een vriendelijke manier – bevragen en confronteren van hun cliënten met hun leefsituatie. Er worden casussen besproken en er wordt uitgewisseld op welke manieren je fraude kunt opsporen.
Drie vragen:
- Op welk logisch niveau heeft men een interventie gedaan om de verandering in goede banen te leiden?
- Op welk niveau moet je zo’n verandering in ieder geval begeleiden om een kans op een goede implementatie te hebben en hoe doe je dat?
- Wat zou er voor kunnen zorgen dat het gedrag van de medewerkers niet makkelijk verandert en dat er een steeds hoger ziekteverzuim ontstaat?
Antwoorden
Kijk hier
Twee vragen met daarbij een antwoord dat ik zou geven:
- Op welk logisch niveau heeft men een interventie gedaan om de verandering in goede banen te leiden?
In de tekst kun je lezen dat ze deze verandering hebben begeleid door trainingen te geven en door effectief gedrag van de medewerkers te bespreken.
2. Op welk niveau moet men zo’n verandering in ieder geval begeleiden om kans op een goede implementatie te hebben en hoe doe je dat?
Je kunt in ieder geval aan de slag op het niveau van waarden en overtuigingen. Dat is een niveau dieper dan het niveau van de vaardigheden waar ze nu op hebben ingestoken. Dit kun je doen door in kleine groepen in gesprek te gaan met de medewerkers en hen voor te leggen hoe je de controles kunt invoeren zonder de kwaliteit van steun en hulp teniet te doen. Ze kunnen dan hun zorgen en ideeën bespreken en invloed hebben op de uitvoering van hun werk binnen de nieuwe kaders.
3. Wat zou er voor kunnen zorgen dat het gedrag niet makkelijk verandert en dat er een steeds hoger ziekteverzuim ontstaat?
Het grote probleem met deze verandering is dat de medewerkers die er werken vanuit hun persoonlijke profiel geselecteerd of aangetrokken zijn om arme mensen te helpen. Het zijn van nature ‘helpers’ en geen argwanende controleurs. Dit is verankerd op identiteitsniveau waardoor een gedragsverandering moeilijk wordt.