Als procesbegeleider van een bijeenkomst heb je een aantal extra mogelijkheden ten opzichte van de groep die je begeleidt. Je kunt vaak de agenda bepalen en daarmee het proces inrichten. Je kunt de tafels anders schikken waardoor er een optimale vergaderruimte ontstaat. En je kan achteraf het verslag maken en daarmee nog extra duidelijkheid verschaffen. Tijdens de bijeenkomst heb je de ‘macht van de pen’: jij schrijft op de flip-over waardoor je een focuspunt van de bijeenkomst bent. Je kunt doorvragen, samenvatten, herkaderen en mensen het woord geven. Toch is er nog een arsenaal aan instrumenten die je als procesbegeleider kan inzetten: de non-verbale sturing. In dit artikel leg ik met een aantal plaatjes uit hoe dat werkt.
Kiesler
Het non-verbaal sturen is gebaseerd op de patrooninterruptie van Kiesler in de verticale as van de Roos van Leary: boven-onder of dominant-volgend. Het geeft de mate van dominantie aan. Dominant gedrag is boven en gedrag dat nauwelijks of niet dominant is, is onder. De mate van dominantie roept een tegengestelde reactie op. Bijvoorbeeld: als iemand heel volgend is, neemt de ander een leidende rol op zich. En andersom. Dit heet ook wel complementair gedrag.
Non-verbale signalen van dominantie
Dominantie is non-verbaal zichtbaar doordat iemand zich groter maakt, dichterbij komt staan of zijn blik direct op jou richt. Volgend gedrag ziet er tegenovergesteld uit: klein, afgewende blik, terugtredend.
Non-verbaal sturen
Volgens Kiesler (Roos van Leary) zal de groep mij volgen als ik mij dominant opstel. Als ik mij volgend en afwachtend opstel, zal de groep initiatief nemen. Je maakt daar in het procesbegeleiden gebruik van door het woord te nemen of een stilte te laten vallen. Maar ook door je groot of klein te maken. Zonder dat je iets zegt laat je aan de groep weten of jij dominant bent en wil dat zij luisteren. Of dat jij je klein maakt en wil dat zij initiatief nemen. In onderstaande tabel is dit uitgewerkt:
Non-verbaal | Reactie groep | |
Dominant | Dichtbij | Groep volgt |
Staan | Naar je opkijken | |
Duidelijk praten | Groep luistert | |
Aankijken | Mensen kijken weg | |
Volgend | Ver weg staan | Groep neemt het over |
Zitten | Gesprek onder gelijken | |
Stiltes laten vallen | Een ander neemt het woord | |
Wegdraaien | Onderlinge discussie laait op |
Onderstaand laat ik een aantal bewegingen zien van de procesbegeleider en het effect dat dit op de groep heeft. Voor het gemak heb ik schematisch een tafelopstelling in U-vorm getekend met een flip-over ervoor. Het rode figuurtje is de procesbegeleider (Pbg); zijn gezicht zit aan de ronde kant. Als er een spreker is, is deze grijs gemaakt.
Het is erg effectief om met deze houdingen en posities te sturen omdat het minder bewust wordt geregistreerd door de groep. Het roept minder weerstand op dan als je zegt: “kunnen we het even centraal houden, ik geloof dat X iets wil zeggen”.