Een vriendin van me heeft veel gedoe in haar relatie. Haar partner vindt dat er veel dingen moeten veranderen. Aan hoe ze het samen doen en hoe zij is. Ze hebben al van alles geprobeerd: trainingen, therapie, afspraken. Maar ze blijven in een op- en neergaande cyclus zitten. Sommige weken gaat het goed; dan zijn ze blij met elkaar en doen leuke dingen. Maar dan volgen er weer weken dat de gesprekken snel uit de hand lopen. Weken waarin ze zich hardop afvragen hoe ze in godsnaam verder moeten.
Ik zat laatst een kop koffie met haar te drinken en luisterde naar de recente voorvallen. Het was weer mis. Ze raakte erg van slag door de aanvallen van haar vriend en vond het lastig dat hij wilde dat ze zich zou ontwikkelen. Dat ze zou veranderen. In dat gesprek moest ik ineens aan de dramadriehoek denken. Je kent het vast wel: de driehoek van aanklager, redder en slachtoffer uit de Transactionele Analyse. Ik zal je de theorie besparen maar wat er in centraal staat is of je oké bent. De aanklager vindt zichzelf oké maar de ander niet. De redder vind zichzelf ook oké maar denkt dat het slachtoffer niet voor zichzelf kan zorgen. En het slachtoffer vindt zichzelf niet oké en de ander wel.
Dat roept een fundamentele vraag op: als alles nu zo zou blijven als het is, is dat dan oké? Als jij – met al je tekortkomingen – zo blijft zoals je bent (en je partner ook), is dat dan oké? Misschien is de vraag ook wel: Mag je gewoon zijn wie je bent? Want als dat zo is, dan is er rust. Dan hoef je nergens heen. Dan moet je niks. En de ander ook niet.
Natuurlijk kun je nog wel wensen hebben. Bijvoorbeeld het verlangen dat de ander je eens wat vaker vasthoudt of zegt dat hij van je houdt. Of dat ze wat minder vaak met haar ex belt. Die verlangens mag je natuurlijk uitspreken. Maar zonder moeten. De ander is goed zoals zij is. En hij is.