In de afgelopen weken ben ik er achter gekomen dat ik niet vaak m’n grenzen aangeef. Ik slik van alles en zorg dat het van binnen wordt gladgestreken. In dit artikel deel ik mijn zelfonderzoek met je.
Laat ik met een voorbeeld beginnen. Ik geef een training met een collega bij de Baak en we hebben een duidelijke taakverdeling afgesproken. Bij een onderwerp waarbij ik de lead zou hebben onderbreekt hij me al snel. Terwijl ik omwille van de voortgang (en de tijd) door wil naar de volgende stap, zegt hij dat het goed is om de deelnemers nog even te vragen wat ze tot dan toe hebben bedacht. Ik was al begonnen om de volgende stap uit te leggen en ben dus even van m’n à propos. “Oké, denk ik, dat kan ook, misschien levert dat wel wat verduidelijking op.” Maar zelf had ik het anders gedaan. In de pauze vraagt m’n collega: “Ik onderbrak je net, was dat oké voor je?” Ik zeg dat ik wel even van slag was maar dat het wel goed was. Ik laat het lopen. Dit gebeurt me vaker. Omwille van de harmonie en om gedoe te voorkomen laat ik mijn eigen idee los en beweeg mee. Soms krijg ik dat ook onomwonden terug van deelnemers: “Ik zou jou wel wat meer willen horen. Je laat je nogal overschaduwen door je collega.”
In mijn onderzoek wil ik eerst maar eens bekijken welke overtuiging hier onder zit bij mij: “Omdat ik geen onenigheid wil voor de groep (oorzaak), laveer ik mee als de ander mij overruled (gevolg). Dit betekent dat ik niet de maximale kwaliteit lever (betekenis).”
Vervolgens ga ik de woorden opnieuw bekijken en kom uit op een andere definitie: “Omdat het me een ongemakkelijk gevoel geeft als ik in een welles-nietes terecht kom voor de groep (oorzaak), kies ik ervoor om de ander ruimte te geven om samen een hoogst mogelijke kwaliteit te leveren.” Dat klinkt al veel prettiger. Maar ik blijf ermee zitten dat mijn harmonie-neiging me soms weerhoudt om in te grijpen als dat wel nodig is. Ik ga eens kijken waar dat vandaan komt. Ik ga op zoek naar een andere oorzaak: “Als ik getriggerd wordt in een kind-stuk dat ik iets niet goed doe (oorzaak), klap ik dicht (gevolg) en ben ik even minder effectief (betekenis). Je merkt dat ik uitkom op een diepere oorzaak. Het gaat ineens niet meer over het voorkomen van onenigheid, maar het geraakt worden in een oude trigger. En bij triggers denk ik direct terug aan Alex, mijn therapeut. Hij zei altijd: “die triggers kun je bekijken en onderzoeken maar ze zullen altijd blijven. Je kunt hoogstens leren om op een volwassen manier te reageren als je erin aangeraakt wordt.” Dat betekent dat ik mild naar mezelf mag zijn. Dat ik in een situatie met een ander die mij overruled mag kijken of ik in contact kan blijven. Even overleggen waar de groep bij is. Vragen wat hij voorstelt en aangeven wat mijn overwegingen zijn. Er samen uitkomen zonder dat je in onenigheid terecht hoeft te komen. Ik geloof dat ik mezelf net een nieuwe uitdaging heb gegeven!